Scholekster

 

Herkenning
L 43 cm. Omdat de geslachten er gelijk uitzien is het niet gemakkelijk uit te maken wat mannetjes of vrouwtjes zijn. Om dat goed vast te kunnen stellen moet men de vogel eigenlijk vangen en uigebreid opmeten.

Biotoop
Kwelders, en polders in het binnenland

Voedsel
Scholeksters leven vooral van schelpdieren en wormen. Zij die langs de kusten foerageren, eten vooral mosselen en kokkels, maar ook wel pieren. In het binnenland op de graslanden worden wormen gegeten. Scholeksters specialiseren zich op een bepaalde voedselsoort. Zo zijn er exemplaren die alleen mosselen eten, terwijl andere zich richten op wormen of op kokkels. Deze specialisatie hangt smane met de techniek die nodig is om bij het voedsel te komen. Mosselen worden doorgaans opengehakt. Het zijn voor het overgrote deel de mannetjes die dit doen. Zij worden 'hameraars' genoemd. Een andere methode schelpen te openen is door ze open te wrikken. Men kan aan de vorm van de snavel zien op welke methode zij zich hebben gespecialiseerd.

Komt in Nederland voor als: Standvogel, doortrekker en wintergast

Bedreigd of niet? 
Het aantal broedende Scholeksters is in Nederland in de loop van de twintigste eeuw zeer sterk veranderd. Ook in de verspreiding van deze soort hebben zich de afgelopen decennia opvallende veranderingen voorgedaan. In oudere vogelboeken staat steevast dat deze soort vooral in de kuststrook voorkomt, maar inmiddels zijn de Scholeksters steeds verder het binnenland ingetrokken en komen nu zelfs al in het zuiden van de provincie Limburg voor.

Sinds 1990 lijkt het aantal weer wat terug te lopen. Voor deze achteruitgang zijn een aantal oorzaken aan te wijzen. Zo treedt tijdens strenge winters meestal een grote sterfte op. Alleen al in de winter van 1995 naar 1996 werden ruim 10.000 dode Scholeksters gevonden. Vooral onder de exemplaren die overwinteren rond de Waddenzee, is de sterfte groot. Verder is ook de enorme jachtdruk in Frankrijk zeer schadelijk voor Scholeksters.

Aantal broedparen in Nederland: Recentelijk is het aantal scholeksters drastisch afgenomen, als gevolg van voedselschaarste in de Waddenzee. De aantallen die in de Atlas van de Nederlandse Broedvogels (SOVON, 2002) worden genoemd, namelijk 80.000 - 130.000 paren, zijn dan ook achterhaald. Over de preciese omvang van de Nederlandse populatie bestaat echter door problemen met de uivoering van tellingen, enige onduidelijkheid.