Holenduif

Holenduif -nestkast

Maten: 45 x 22 x 22 cm 
Doorsnede vliegopening: ca. 120 mm 
Ophanghoogte: 2 tot 5 meter 
Opmerkingen: Bij wijze van vlieggat kan ook de bovenste helft van de voorplank worden weggelaten. Bij voorkeur alleen ophangen op erven en niet in de vrije natuur.

Holenduif - soortbeschrijving

De holenduif is een stuk minder bekend, minder algemeen en vooral minder opvallend dan de houtduif en turkse tortel. In gebieden waar boerderijen, akkers, weilanden en bossages elkaar afwisselen vindt de holenduif het meeste van zijn gading. Het nest wordt gemaakt in een holte, maar daartoe kunnen allerlei plekken dienstdoen. Konijnenholen, nestkasten, boomholten en holten in gebouwen. De potentiële reproductie van holenduiven is bovendien erg hoog, tot wel vier legsels per jaar kunnen worden grootgebracht. Veel broedpogingen komen echter tot een voortijdig einde door toedoen van katten, eekhoorns, marterachtigen en andere liefhebbers van duiveneieren. De holenduif is een jaarvogel.

Leefomgeving en voedsel

De grootste aantallen holenduiven bevinden zich in het 'traditionele' agrarische gebied, met verspreid staande boerderijen, akkers en bossen: Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Drenthe. Ze leven van zaden.

Broeden

De holenduif legt meestal 2 eieren. Ze heeft 2 of 3 legsels.

Herkenning

Holenduiven hebben een blauwgrijs verenkleed met groenglanzende halsvlek. Ondervleugels grijs en licht blauwgrijze bovenvleugels met donkere achterrand en vleugelpunt. Ze zijn kleiner dan een houtduif en hebben geen witte banen op de bovenvleugels. Lengte 28-32 cm.

Vogeltrek

Holenduiven zijn standvogels en zwervers, die vooral in de winter in groepen naar voedsel zoeken. De afstanden die ze daarbij afleggen zijn niet erg groot, maar voldoende om voor vermenging te zorgen met soortgenoten uit de omringende landen. Ze overwinteren hoofdzakelijk in hetzelfde gebied als het broedgebied, maar holenduiven uit noordelijke streken zakken af naar het zuiden omdat daar gemakkelijker aan voedsel te komen is.